Tweeënhalf jaar na de vorige editie opende het belangrijkste interieurevenement ter wereld, het Salone del Mobile, deze week opnieuw de deuren in Milaan. De grootste designbeurs kreeg een nieuwe vorm, een nieuw beleid én een nieuwe naam: Supersalone. Maar hoe super is dat Salone dan? Interior Business Magazine zal binnenkort verslag doen, onze collega’s van De Tijd analyseerden al een en ander:
…”Het allesbehalve business as usual. De beurs, die na het officiële uitstel afgelopen april snel in mekaar gestoken moest worden, kreeg een zwaar afgeslankte vorm. In vier hallen verzamelen op dit moment 423 exposanten. Voor wie dat toch niet klinkt als een klein evenement: in 2019 waren die exposanten nog met 2418. Ook qua bezoekersaantal zal het Salone dit jaar bijlange niet op de bijna 400.000 van twee jaar geleden afkloppen, niet het minst omdat er vanuit Azië, het Midden-Oosten en de Verenigde Staten nagenoeg niemand de oversteek heeft gemaakt.
Van die grote producenten zijn er toch heel wat aanwezig op het Supersalone, de naam die deze aparte editie meekreeg. Vooral Italiaanse toplabels zoals Molteni&C, Kartell en Natuzzi weten met de beperkte ruimte die ze meekregen indrukwekkende installaties uit de mouw te toveren. Molteni&C bootst zelfs het interieur van een vliegtuig na, en bij Natuzzi prijken kunststofversies van de designers met wie ze samenwerken. Ideaal voor wie altijd al droomde van een selfie met Marcel Wanders.
Heropleving van de showroom
Wie een beetje thuis is in de wereld van design en interieur merkt meteen enkele grote afwezigen op daar in de beurshallen. Internationale pioniers als Vitra, Hay of Roche Bobois bijvoorbeeld beslisten niet deel te nemen aan deze ‘lastminuteminibeurs’, net als Belgische labels die andere jaren wel van de partij zijn, zoals Indera, Tribù en Extremis. Al is in de wandelgangen te horen dat de meesten van hen in april 2022 wél opnieuw aan het designcircus willen deelnemen…”