Op 28 april jongstleden is de verkoop van Conforama aan concurrent But (een merk van Mobilux dat op zijn beurt weer onderdeel is van het Oostenrijkse bedrijf Lutz) goedgekeurd door de Franse mededingingsautoriteit. Omdat Conforama op het punt van een faillissement stond op het moment van overname is er geen sprake van oneigenlijke concurrentie of een monopolievorming.
Even teruggaan in de tijd: op 23 september 2020, na een zomer van discussies en onderhandelingen, zou Conforama France overgaan naar Mobilux, eigendom van Lutz en het investeringsfonds CD&R. Mobilux is de moeder van de meubelwinkelketen But. Maar de Franse overheid wilde eerst zeker weten dat er geen sprake zou zijn van oneerlijke concurrentie. De Autorité de la Concurrence wilde eerst bekijken hoe het zat met de vestigingen van Conforama en But in Frankrijk voordat het de overname zou goedkeuren.
Bij dit onderzoek ging het erom of Mobilux zou winnen aan efficiëntie door het failliete Conforama over te nemen zoals Mobilux beweerde. Opkopen en dan volledig wegbezuinigen was niet de bedoeling. Dit onderzoek heeft uiteindelijk tot vorige week geduurd. Een ander gevaar waar de autoriteit op lette is het onder druk zetten van de beddenleveranciers van Conforama: zouden deze nu gedwongen worden om te leveren onder de voorwaarden van But/Mobilux? De nieuwe constructie zou meer dan de helft van de Franse slaapretail vormen waardoor andere beddenleveranciers ook bijna geen kans meer zouden hebben om hun producten aan te bieden bij de nieuwe gigant.
Een ander risico waar de autoriteit op heeft gelet: een monopolie in de overzeese gebieden van Frankrijk. But en Conforama zijn de enige meubelketens die in deze gebieden aanwezig zijn. Valt de ene weg, leidt dit tot een monopolie van de ander? Niet alleen minder keuze voor de consument, maar hoe zit het met de franchisenemers van Conforama? Zouden deze nu gedwongen worden om zich te houden aan de contracten met But? Hierboven de vestiging van But op Martinique.
Dan was er nog de vraag of beide ketens wel exact in hetzelfde segment actief zijn of niet, met vergelijkbare prijzen. Hiervoor werd de fusie tussen FNAC en Darty uit 2016 als voorbeeld genomen. Op het gebied van keukens was er geen concurrentie tussen But en Conforama (merken en markten verschilden aanzienlijk volgens de autoriteit), op het gebied van woonkamermeubelen en bedden wel: vrijwel dezelfde producten voor vrijwel dezelfde prijzen, zo oordeelt nu de autoriteit. Dus geen grote verschillen ten nadele van leveranciers, zo is het oordeel.
Ondanks alle kansen op oneerlijke concurrentie en monopolievorming heeft de autoriteit dus uiteindelijk haar zegen gegeven aan de overname. Dit is vooral gebaseerd op het faillissement van Conforama France waardoor er geen sprake meer is van concurrentie. De sluiting van Conforama, het ontbreken van een kans op zelfstandig doorstarten, het ontbreken van andere serieuze kandidaten voor een overname: dit heeft het besluit van de mededingingsautoriteit mede bepaald. Dat de keuzevrijheid voor franchisenemers en leveranciers (maar ook voor consumenten) is ingeperkt telde minder zwaar mee. Het valt nu te bezien hoe de goedgekeurde overname voor deze partijen gaat uitpakken.