Ondernemers in de non-food retail worden keihard getroffen door de coronacrisis en de daaraan verbonden maatregelen. De koningin wilde daarover met leden van INretail in gesprek en stak hen een hart onder de riem. Twee coronagolven en twee lockdowns vormen een aanslag op de reserves van ondernemers in deze branches, waaronder kleding-, schoenen- en sportzaken en meubelwinkels. Veel bedrijven die in de basis financieel gezond zijn komen nu zwaar in de negatieve cijfers terecht.
De ondernemers vertelden Koningin Máxima onder meer over de gemiste verkoop in de decembermaand, die vaak een groot deel van de seizoensomzet genereert. Bedrijven blijven met onverkochte (winter)voorraden zitten en missen het geld om de voorjaarscollectie te betalen die rond deze tijd geleverd wordt. Sommige ondernemers hebben wel regelingen kunnen treffen met leveranciers, maar de vaste lasten blijven doorlopen. De overheidsvergoedingen geven lucht, maar de maandelijkse kosten zijn hoger dan de tegemoetkomingen en leggen grote druk op de liquiditeit van de onderneming. Voor ondernemers die niet vanuit voorraad werken, maar op basis van bestellingen, worden de komende maanden extra zwaar omdat consumentenbestellingen enorm zijn teruggelopen door de gesloten winkels.
Daarbij kwam aan bod dat een aantal ondernemers geen aanspraak kan maken op de vastelastenvergoeding TVL, bij minimaal 30% omzetverlies. Voor wie oktober nog een redelijk goede maand was, wordt de 30% niet gehaald omdat per kwartaal beoordeeld wordt.
Koningin Máxima sprak met de ondernemers ook over de impact van het thuiswerken op het (familie-)bedrijf en de mentale belasting die het ontbreken van perspectief met zich meeneemt.