De Nederlandse economie groeide in 2022 met 4,5 procent; in 2021 was dat 4,9 procent. De economie groeide deze eeuw nog niet eerder twee jaar achter elkaar zo hard. Zowel de inflatie als de consumptie door huishoudens bereikten recordhoogtes. Dit meldt het CBS in het jaaroverzicht van de Nederlandse economie in 2022.
In maart 2022 verdwenen de laatste coronabeperkende maatregelen. Eind februari viel Rusland Oekraïne binnen wat ook de Nederlandse economie verstoorde. De inflatie liep hierdoor snel op. Dat weerhield huishoudens er niet van om meer te besteden dan ooit (gecorrigeerd voor prijsveranderingen).
Economische groei vooral door meer werken en meer consumeren
De economische groei in 2022 was voor ruim de helft te danken aan de kooplust van huishoudens. Consumenten hadden genoeg inkomen om ondanks de hogere prijzen meer goederen en diensten aan te schaffen. De lonen stegen niet zo snel als de inflatie, maar huishoudens werkten wel veel meer. Vorig jaar kwamen er 441 duizend banen bij. Het deel van de bevolking van 15 tot 75 jaar dat betaald werk heeft, was niet eerder zo hoog als in 2022.
De economie kan groeien als er meer uren worden gewerkt en/of werkenden productiever zijn. Op de lange termijn wordt de meeste economische groei geboekt door werkenden die productiever zijn (hogere arbeidsproductiviteit). De groei in 2022 kwam vooral door de toename van het aantal gewerkte uren met 3,8 procent. De arbeidsproductiviteit, hier berekend als het bruto binnenlands product (bbp) per gewerkt uur, nam veel minder toe.
Nederlandse economie groeit harder dan in de omringende landen
De groei van de Nederlandse economie in 2022 was groter dan in de omringende landen en ook groter dan gemiddeld in de Europese Unie. In 2021 was dat anders: toen was de groei in Nederland wat kleiner dan in meeste buurlanden. Dat kwam doordat de krimp van de Nederlandse economie in 2020 ook kleiner was.
De economie van de Europese Unie (EU27) groeide met 3,6 procent harder dan die van China (3,0 procent) en de Verenigde Staten (2,1 procent). In alle genoemde landen was de groei kleiner dan in 2021.