Karla Basselier (CEO Fedustria) is een gedreven pleitbezorger voor de Belgische maakindustrie

HET PROMOTEN VAN DEGELIJKHEID EN ELEGANTIE

“DE MAAKINDUSTRIE HEEFT MIJN VOORLIEFDE ALS WERKTERREIN: HET ZIJN ONDERNEMERS MET VAKKENNIS EN DOORZETTINGSVERMOGEN.”

Sinds mei 2023 is Karla Basselier de CEO van de Belgische federatie voor de hout, textiel- en meubelindustrie Fedustria. Ze heeft zich in deze relatief korte tijd al ontpopt tot een enthousiasmerende promotor van haar leden: “Na mijn vorige functie in de politiek voelt deze positie voor mij als thuiskomen: ik mag de belangen behartigen van 1.700 bedrijven die dagelijks vol geestdrift en doorzettingsvermogen prachtige producten maken die het verdienen om wereldwijd opgemerkt en verkocht te worden.” Een gesprek over (internationale) kansen, uitdagingen en wat zij onder meer als voornaamste taken ziet van de federatie: “Ik wil een level playing field voor de Europese markt.” Kunt u iets over uzelf vertellen en waarom u werd aangetrokken door deze functie bij Fedustria?

 

Karla Basselier: “Ik ben opgeleid als jurist en heb op twee momenten een functie bekleed waarbij de overheid en de politiek samenkwamen (zie kader). Maar ik heb ook gewerkt voor het AWDC, de koepelorganisatie voor de diamantindustrie in Antwerpen. Mijn taken waren toen gelijklopend maar dan voor een andere branche: het behartigen van de ledenbelangen op allerlei terreinen. Bij mijn laatste job als kabinetschef maakte ik deel uit van het kabinet vicepremier op federaal niveau in België. Deze rol bestaat erin om alle beleidsdomeinen van vakministers te monitoren, te toetsen aan het regeerakkoord en waar nodig bij te sturen. Je bereidt de ministerraden en kernkabinetten voor. De ervaringen die ik daar heb opgedaan en de contacten die ik vanuit die baan heb gelegd komen goed van pas bij mijn huidige functie.”

“Toen de mogelijkheid zich voordeed om Fa Quix in mei 2023 op te volgen als CEO van Fedustria dacht ik: deze kans is te mooi om voorbij te laten gaan. De maakindustrie heeft mijn voorliefde als werkterrein: het zijn ondernemers met vakkennis en doorzettingsvermogen. Fedustria is een grote en belangrijke federatie, met 1.700 aangesloten bedrijven die meer dan 36.000 werknemers in totaal in dienst hebben. Met een gezamenlijke jaaromzet van 12 miljard euro en gericht op de export van topkwaliteitsproducten. Het sloot dus eigenlijk heel goed aan op de diamantwereld waar ik eerder had gewerkt en waar vakmanschap en kwaliteit ook van primair belang zijn. Het voelde dan ook als thuiskomen toen ik benoemd werd tot CEO van Fedustria. Ik vind mijn rol zeer boeiend omdat het een enorme ketting van verschillende bedrijven bij elkaar brengt. Deze bedrijven hebben te maken met complexe economische en maatschappelijke uitdagingen maar kiezen steevast om duurzaam en innovatief te produceren met focus op kwaliteit en producten met een hogere toegevoegde waarde. Via mijn politieke contacten is het mijn rol om deze uitdagingen kenbaar te maken en aan te pakken. Om de belangen te vertegenwoordigen en goed te verdedigen.”

“Onze federatie telt ook een groot team van gedegen adviseurs waarvan de kennis uitmuntend is. Dit versterkt ons lobbywerk. Met kennis en de juiste contacten moeten we nog meer kunnen wegen op het beleid. Een ambitie die ik hoog in het vaandel draag en die ook belangrijk is voor onze leden. Deze job creëert betrokkenheid en nabijheid met onze leden. Het is in dit opzicht een stuk concreter dan de politiek die vooral abstraheert. Ik word vanuit mijn huidige functie ook veel meer direct aangesproken, dat houdt me wakker en alert. Onze rol is om onze bedrijven te helpen groeien door hen te informeren, hen te inspireren en vooral hen te helpen innoveren.”

 

 

U bent nu een aantal maanden in functie, wat is uw indruk van de Belgische maakindustrie en de meubelindustrie in het bijzonder?

“Ik heb inmiddels enkele meubel- bedrijven mogen bezoeken, zoals Mecam, Ethnicraft en LS Bedding. Mijn ambitie is om elke maand zeker 1 of 2 dagen te kunnen uittrekken om samen met de betrokken productverantwoordelijken lidbedrijven te ontmoeten. Ik zie overal waar ik kom een zeer grote dosis ondernemerschap. Stuk voor stuk bedrijven die ondanks de huidige laagconjunctuur blijven innoveren en zich blijven inzetten op het bieden van kwalitatieve producten met een grote toegevoegde waarde en veel service voor de klanten, dit alles in een niet altijd evidente thuismarkt. Ik ben trots op deze ondernemingen en ik wil dit geluid als een megafoon versterken en verspreiden. Ik zie dit ook als een rol van onze federatie. Vertel de verhalen waar onze leden sterk in zijn.”

“We zijn als Belgen ons economisch chauvinisme een beetje kwijtgeraakt en ik wil dat graag herstellen via positieve verhalen over onze leden. Dus niet alleen de uitdagingen benoemen en adresseren, maar ook de mooie, goede zaken promoten, zoals de constante innovatie en de voortrekkersrol op het gebied van duurzaamheid en circulair ondernemen. Onze leden hebben veel kennis en liefde voor hun vak in huis en dat moeten we meer uitdragen zodat iedereen weet: Made and Created in Belgium, dat staat ergens voor. We zijn vorig jaar voor de eerste keer met een groepsstand naar Saudi-Arabië getrokken en daar bleek men zeer gevoelig te zijn voor onze hoge kwaliteit, onze elegante producten, ons lef en onze ambities. Dat moeten we meer in de verf blijven zetten.”

“Nieuwe markten verkennen en deuren openen vind ik belangrijk. Het dagelijks contact met de leden houdt me scherp, ik wil niet denken vanuit een ivoren toren. Ik zoek nabijheid en wil een vinger aan de pols houden bij de leden. Wat hebben ze als ondernemingen nodig? Wat drijft hen? Ik wil blijven bijleren over alle producten en de uitdagingen die er zijn om deze te produceren en te verkopen. Ik wil ervoor zorgen dat onze leden kunnen blijven renderen, nu en in de toekomst.”

 

 

Hoe is uw samenwerking met Kevin Snyders, de directeur van Belgofurn binnen Fedustria?

“Kevin staat dicht bij de leden uit de meubelindustrie. Hij is sterk in het zich identificeren met deze bedrijven en zoekt constant naar nieuwe kansen om de leden voor het voetlicht te brengen. Naast onze aanwezigheid tijdens Meubelbeurs Brussel heeft hij vorig jaar de Belgian Furniture Days opgezet, waarbij fabrikanten en leveranciers hun faciliteiten en showrooms openstellen voor het publiek, om hen zo nog beter kennis te laten maken met onze leden.”

“Dit jaar gaan we vanuit Belgofurn samenwerken met een vaste waarde: “Antwerp Design Week”, dit biedt weer geheel nieuwe opportuniteiten om onze leden te promoten. Kevin zoekt ook steevast naar nieuwe markten en kansen. Denken we maar aan onze prachtige groepsstand op de Salone del Mobile in Milaan, met dit Belgisch paviljoen creëren we een platform waardoor bedrijven zich kunnen etaleren op een van de belangrijkste designbeurzen ter wereld. De Belgische bar en lounge verbindt niet enkel de deelnemers maar is uitgegroeid tot de Belgische ontmoetingsplek bij uitstek. Tijdens de volgende editie in april verdubbelen we zelfs ons oppervlak. Kevin heeft een natuurlijke flair en een goed gevoel voor commercie, hij kijkt ook buiten de gebaande paden: in 2025 willen we het Belgische paviljoen voor de World Expo in Japan aankleden met producten van onze bedrijven. Een betere showroom voor onze leden kunnen we ons niet indenken. Nog meer inzetten op exportpromotie is essentieel. Vorig jaar hebben we als organisatie succesvol deelgenomen aan de Belgische economische missie naar Australië, waar grote kansen liggen op het gebied van outdoor meubilair en outdoor living.”

 

 

Welke uitdagingen ziet u in 2024 voor de Belgische maakindustrie en voor de meubelindustrie in het bijzonder?

 “Ik zie drie concrete uitdagingen. Als eerste: de concurrentiepositie behouden ondanks de nog altijd stijgende productiekosten. De energiekosten voor producenten werden en worden niet door onze overheid gesubsidieerd. We exporteren naar landen waar dit wel is gebeurd, zoals Frankrijk, Duitsland en de Verenigde Staten. Onze energiekosten zijn nog steeds 4 tot 5 keer hoger dan in de Verenigde Staten of in sommige Aziatische landen. Daarnaast hebben we in België een automatische loonindexering waardoor de lonen meer dan 19 procent gestegen zijn in twee jaar tijd. Dit kan niet direct worden doorberekend aan de klanten want die pikken dit niet. Maar we moeten toch een weg zien te vinden om concurrerend te blijven, ook op het gebied van prijzen. Daarom is een meer beschermend en ondersteunend industrieel beleid essentieel.”

“Als tweede uitdaging zien we dat de Belgische consument zeer spaarzaam is op dit moment en niet bereid is tot het doen van grote uitgaven, behalve voor vakanties en andere belevingsmomenten. Daarnaast is de hoeveelheid nieuw opgeleverde huizen gekelderd, maar er wordt nog steeds meer gebouwd en gerenoveerd dan bij jullie in Nederland. Ik denk wel dat we het diepste punt hebben bereikt en de voorspellingen voor de tweede helft van dit jaar behoedzaam optimistisch zijn, maar dan druk ik me echt voorzichtig uit want er is helaas weinig tot geen zicht op dit moment.”

“Uitdaging nummer drie is de op handen zijnde wetgeving vanuit de EU, zoals Ecodesign for Responsible Product Regulation, waarbij meer geproduceerd moet worden met duurzame en recyclebare grondstoffen en er bij de designfase al gekozen moet worden voor duurzamere materialen. En met een toeslag voor meer vervuilende, eenmalig te gebruiken grondstoffen. We worden als maakindustrie bovendien verantwoordelijk gesteld voor onze afvalstromen. Onze industrie wordt dus aangemoedigd om meer in te zetten op duurzaamheid en vooral circulariteit. Daar kan je als mens niet tegen zijn maar dit alles moet in een concurrerend kader met een level playing field. Bovendien is de concurrent, dat zijn we allemaal, nog te weinig bereid om meer te betalen voor aantoonbaar duurzamere producten. Vergeet bovendien niet dat onze meubelen vaak vervaardigd zijn met hout, een duurzame en hernieuwbare grondstof.”

“Sinds kort is er een nieuwe Europese regelgeving rond duurzaam bosbeheer, de European Deforestation Regulations of EUDR: dit betekent dat er aantoonbaar gerooid moet worden uit duurzaam beheerde bossen. Het systeem houdt een zorgplicht met rapportage in. Er is toch nog enige onduidelijkheid over de specifieke toepassing van de EUDR. Wij adviseren onze bedrijven hierin, zowel de houtbedrijven als de meubelfabrikanten, ook op hen is de EUDR van toepassing. Zoals ik al zei: ik wil een level playing field voor onze leden. Als consument, als burger, ben ik enorm voor duurzaamheid en hergebruik, maar dan in een kader waarin onze bedrijven concurrerend kunnen blijven. Aan de andere kant, de wetgeving dwingt wel tot innovatie en creativiteit. Onze leden hebben in vergelijking met vorig jaar meer dan 30 procent meer uitgegeven aan investeringen dus aan vernieuwing. In de keuze voor materialen, in duurzaamheid, in recyclage, in nieuwe businessmodellen en in het opzetten van terugname van producten. Een bedrijf als Ethnicraft of Drisag zet ook in op herstel en op verhuur van meubilair. Dit soort bedrijven heeft een hefboomfunctie naar de andere leden: zo kan het dus ook. Die verhalen moeten we in de kijker blijven zetten.”

 

 

U noemde al de consument die nog niet bereid is om voor duurzaamheid te betalen…

“Motiveer consumenten door de BTW voor duurzame producten te verlagen. Ik weet dat de regering dit ergens wel ziet zitten, maar ik zie ook de andere kant van het verhaal: wat is aantoonbaar duurzaam? Dat is niet gemakkelijk te bepalen, maar de oefening kan wel gebeuren. Bovendien meen ik dat de nabijheid en het niveau van duurzame productie zwaarder zouden moeten meewegen bij Europese aanbestedingen. Daarvoor is dus resoluut een aanpassing van de EU-regels nodig. ”

 

Welke rol speelt Fedustria verder concreet om deze uitdagingen tegemoet te treden?

“Er zijn drie grote taken. Belangenbehartiging waarbij inzet op concurrentiekracht prominent naar voren komt. Wij pleiten dus bijvoorbeeld voor een Europese Industrial Deal naast de Green Deal en voor een stapsgewijze implementatie van de groene transitie zodat bedrijven en vooral KMO’s kunnen volgen. Bovendien moeten we blijven inzetten om dumping van producten, ook meubelen of half afgewerkte producten op de Europese markt tegen te gaan. Vrijhandel maar wel fair. We hebben hierover een memorandum opgesteld dat te lezen is op onze site www.fedustria.be.” “De tweede taak is het informeren van de leden over de verdere wetgeving die op hen afkomt. We hebben experts en adviseurs van topkwaliteit die onze bedrijven dag in, dag uit adviseren. Ik ben daar best trots op. We kunnen wel nog veel meer samenwerking genereren met andere federaties, ook op EU-vlak, zoals met EFIC.”

“Het derde is de verdere promotie van onze export. Onze bedrijven zijn export gedreven, 70 procent van de productie wordt geëxporteerd. Beurzen spelen een grote rol bij de exportpromotie. Graag zetten wij onze schouders hieronder. Door opnieuw groepsstands te organiseren tijdens Equip Hotel, Maison et Objet en in Milaan. Het is de uitgelezen manier om laagdrempelig producten van topkwaliteit te promoten. Belgian Furniture is hierbij essentieel als merk overstijgend kwaliteitslabel.”

“Ik wil zelfs een stap verder gaan. Naast meubelen moet ons paviljoen ook een soort poort ter promotie van export voor andere bedrijven die lid zijn, zoals interieurtextiel, ook een toeleverancier van de meubelindustrie. Onder elke sofa ligt toch vaak een leuk karpetje? Wel, dat moet van een textielbedrijf uit ons netwerk zijn. Ik geloof ook steevast dat we ons eigen netwerk kunnen uitbreiden richting verlichting en keramiek. Ook dit heb je nodig in je interieur. Een totaal designpakket, als het ware, Dit is ook het uitgangspunt van onze showroom met Belgian Design in Toronto. Alles van Belgische makelij en design.”

“ONZE BEDRIJVEN ZIJN EXPORT GEDREVEN, 70 PROCENT VAN DE PRODUCTIE WORDT GEËXPORTEERD.”

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een andere uitdaging is het gebrek aan voldoende medewerkers, ook voor de maakindustrie…

“Dat is zeker het geval. De vakkennis is aan het wegebben nu de babyboomers uitstromen. Het is lastig om deze kennis te waarborgen. We moeten nog intensiever samenwerken, zeker met onze opleidingscentra zoals Woodwize en Cobot. Wedstrijden voor studenten, zoals Wood Skills, moeten we uitrollen over geheel Vlaanderen. Als federatie hebben een rol om jongeren te enthousiasmeren voor onze bedrijven. En het liefst zo jong mogelijk. Recent startten we met onze partner Trendwolves WATF of Woodcraft and Textile Future (watf. news), een platform om jongeren te interesseren voor de houtverwerking, textiel- en meubelindustrie. Jonge creatievelingen krijgen samen met de bedrijven een forum om hun creaties in de kijker te zetten en onze sectoren te positioneren als innovatief en vernieuwend. Bovendien hebben we Twiinz World ontwikkeld: een digitaal spel voor 10 tot 14-jarige kinderen waarin we kinderen creatief laten experimenteren met producten van onze bedrijven, Ze creëren het meest aansprekende interieur. Ook hier is weer een wedstrijd aan verbonden, De winnaar wordt uitgenodigd voor een bezoek aan het innovatiecentrum van Epic Games in Londen, de ontwikkelaar van Fortnite, met wie we samenwerken in dit project. Zo prikkelen we jongeren voor een loopbaan bij onze leden.”

 

Wat zijn de kwaliteiten van Made of Designed in Belgium die aantrekkelijk zijn voor het buitenland?

“Ik zou de kernwaarden willen omschrijven als degelijkheid en elegantie. Functioneel en verfijnd. Mooi ogend maar tegelijkertijd vakkundig gemaakt. Tijdloze ontwerpen. In het kader daarvan vind ik dat we binnen onze federatie nog veel meer de synergie tussen textiel en meubelen moeten opzoeken. Zoals ik al eerder zei: mijn ambitie is om een totaalconcept voor het interieur te presenteren: meubelen, verlichting, gordijnen, vloerbedekking, keramiek en accessoires.”

 

Tot slot, is er een klassiek Belgisch meubel, een designicoon, dat uw persoonlijke voorkeur heeft?

“Ik wil graag kiezen voor twee voorbeelden die emoties oproepen. Uit het verleden is dat de Pianobank van Henri van de Velde uit 1902 die in het Design Museum Gent staat. Tijdloos mooi en tegelijkertijd heel praktisch. Ik heb ook een opleiding tot zangeres gevolgd, ik ben een alt sopraan, en ik houd heel veel van klassieke muziek. Ik zing nog af en toe maar te weinig om nog goed te zijn, haha, maar daarom is deze bank mij extra dierbaar. Als tweede kies ik voor een modern model: de Ethnicraft Bok eetkamerstoel. Sierlijk, kwalitatief hoogwaardig en ook nog eens betaalbaar design. Precies het beeld dat we met Belgian Furniture willen promoten.”

 

 

Copyright
© 2024 Business Content Media Den Haag. Niets uit dit artikel of deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, elektronisch,  op geluidsband of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever Business Content Media/Vakblad Interior Business.

Dit artikel is verschenen in Vakblad Interior Business, editie 1/Januari 2024. Nog geen abonnement of wilt u een abonnement cadeau geven? Mail naar linda@businesscontentmedia.nl voor de meest recente aanbieding