Consumentengoederen en -diensten waren in juli 3,7 procent duurder dan een jaar eerder, meldt het CBS. In juni was de inflatie 3,2 procent. De inflatie wordt elke maand gemeten als de ontwikkeling van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van dezelfde maand in het voorgaande jaar. Het inflatiecijfer van juli is hetzelfde als bij de snelle raming die op 31 juli is gepubliceerd.

De stijging van de inflatie kwam vooral door de ontwikkeling van de woninghuren. Op basis van voorlopige cijfers waren de woninghuren in juli 2024 gemiddeld 5,5 procent hoger dan een jaar eerder. In juli 2023 was de gemiddelde huurstijging op jaarbasis 2,0 procent. Daarnaast had ook de prijsontwikkeling van tabak een opwaarts effect op de ontwikkeling van de inflatie.

De prijsontwikkeling van motorbrandstoffen had daarentegen een verlagend effect op de ontwikkeling van de inflatie. Motorbrandstoffen waren in juli 1,5 procent duurder dan in dezelfde maand vorig jaar. In juni waren de prijzen van motorbrandstoffen 10,2 procent hoger dan een jaar eerder.

Het CBS publiceert twee verschillende cijfers voor inflatie. Een op basis van de consumentenprijsindex (CPI) en een op basis van de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP). Consumentengoederen en -diensten in Nederland waren volgens de HICP in juli 3,5 procent duurder dan in dezelfde maand vorig jaar. In juni was de inflatie volgens de HICP 3,4 procent. De inflatie in de eurozone nam toe van 2,5 procent in juni naar 2,6 procent in juli.

Om de inflatie tussen landen te kunnen vergelijken, berekenen de lidstaten van de Europese Unie (EU) een consumentenprijsindex volgens internationaal afgesproken definities en methoden. De Europese Centrale Bank gebruikt de HICP voor het monetaire beleid in de eurozone. Daarnaast maken de meeste landen nog een eigen, nationale prijsindex.

Het belangrijkste verschil tussen de CPI en de HICP voor Nederland is dat de HICP in tegenstelling tot de CPI geen rekening houdt met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren.