Het was weer ouderwets druk in Milaan tijdens de Salone del Mobile. Terwijl veel media aandacht uitging naar het bezoek van Koningin Maximà aan Masterly in het centrum van de stad werd er in het beurscomplex aan de rand in het noordwesten vooral verkocht, tot groot genoegen van de standhouders.
De sfeer bij Euroluce, de expo voor verlichting die om het jaar plaatsvindt, was iets meer gelaten dan in de meubelhallen. Verlichting is volgens sommige standhouders in vergelijking met meubelen eerder een sluitpost bij het inrichten van een interieur dan een top prioriteit en dat is onterecht. Verlichting zorgt voor sfeer en benadrukt de andere elementen van het interieur. Net als bij meubelen is de trend bij verlichting ronde vormen, modulair (veel armaturen bestaan uit vele kleinere delen die samen een groot geheel vormen) of juist heel slank en minimalistische van vorm. Natuurlijke materialen als rotan en hout hebben ook een plek gevonden bij verlichting. Ribbels en buisvormige behuizingen volgen eveneens de laatste interieurtrends.
Bij de meubelen waren er meer dan in eerdere jaren vooral goed verkoopbare modellen te zien op de stands. De vormen zijn rond en organisch, er wordt nog steeds laag gezeten op sofa’s en fauteuils, comfortabele rugleuning en zitgedeelten voor banken en fauteuils en alle combinaties van elementen zijn mogelijk (modulair dus). Hout is nog steeds populair voor eetkamerstoelen of losse stoelen met een retro karakter in het ontwerp, al dan niet gecombineerd met riet of metaal. Bouclé stoffen zetten nog steeds de toon, zowel in lichte kleuren maar ook in trendy terracotta tinten of zelfs de accentkleur van volgend jaar: oranje. De zittingen van fauteuils met een mid century karakter (inspiratie uit de jaren 50 en 60 van de 20e eeuw) zijn breed en schaalvormig, de poten zijn slank en vrij kort (want laag zitten is nog steeds de norm).
Het publiek tijdens de beurs is een levendige mix van inkopers, influencers (constant selfies maken met getuite lippen) en veel Chinezen. De pandemie is voorbij en ze zijn er weer volop bij in Milaan. Zo lijkt veel bij het oude te zijn gebleven: de modellen van de meubelen, de herkomst van de bezoekers en de totale chaos aan het einde van een beursdag bij de overvolle metroperrons. Wat bij deze editie echt anders is, is de nadruk op het goed verkoopbaar zijn van wat er wordt getoond (voor experimenten en concepten ga je maar de stad in) en het thema duurzaamheid, vorig jaar nog stevig op ingezet, is vrijwel geruisloos uit de hallen verdwenen. De nadruk ligt weer op nieuw en aantrekkelijk, niet op hergebruik en zorgelijk. Op woensdag speelde het mooie weer (boven de twintig graden en zon) ook mee in het zorgenloze gevoel van de meeste bezoekers die flaneerden op de Via Italia tussen de hallen door. Milaan blijft gewoon Milaan wat dat betreft: zien en gezien worden maar nu wel met een orderblok in de hand in plaats van veel tekst en uitleg nodig hebben bij een nieuwe stoel en daarna weer doorlopen zonder te kopen. De Salone is weer zoals het ooit was bedoeld: een inkoopbeurs, of in ieder geval een concrete voorzet op het inkopen. Zoals een standhouder terecht zei: “Alsof verkopen een vies woord is, we leven er allemaal van. Ik ben blij met de commerciële collectie die ik eindelijk kan aanbieden, de reacties zijn prima.” En daar draait het uiteindelijk om bij iedere beurs, ook bij de Salone.