De Indonesische meubelindustrie verwacht dit jaar een export te genereren van 2 miljard dollar dankzij het voortslepende handelsconflict tussen China en de Verenigde Staten. De Amerikaanse markt heeft dringend behoefte aan relatief goedkoop geproduceerd meubilair en de extra importtarieven voor Chinese producten zorgen voor een verschuiving van de Amerikaanse consumentenblik richting Jakarta.
De Indonesische vereniging van meubelproducenten (HIMKI) verwacht voor 2020 een stijging in export van 11 procent waarmee de magische 2 miljard gehaald zou moeten worden. Amerika is als exportmarkt zeer belangrijk voor de Indonesische producenten: 40 procent van de export gaat naar het land van stars and stripes. Achterover leunen is er niet bij, want Vietnam en Maleisië richten zich op hetzelfde marktsegment en dezelfde markten (Europa en de USA) en willen ook profiteren van de achterstand die China nu oploopt. Ook in deze landen zijn de productiekosten voor meubelen relatief laag.
HIMKI voorzitter Abdul Sobur: “Deze twee landen ontvangen van hun overheid enorme exportbevorderende subsidies en een versoepeling van wettelijke regels, bijvoorbeeld op het gebied van het verplicht werken met gecertificeerd hout, waardoor het aantrekkelijker is voor producenten om in deze landen een alternatief voor China als productielokatie te zoeken en te vinden. Ik hoop dat de Indonesische overheid Vietnam en Maleisië gaat volgen, zodat ook onze industrie nog interessanter wordt voor Europese en Amerikaanse aanbieders.” Op de foto een voorbeeld van Indonesisch meubilair uit teakwortel.