Mila, de echtgenote van Piet Oraille, heeft een prachtig eerbetoon geschreven over haar man, de grondlegger van MeubelBank Twente.
“Als het om mijn man Piet gaat, zou er een boek geschreven kunnen worden met verschillende hoofdstukken. Persoonlijk vind ik het ontroerend om te zien dat de MeubelBank is voortgekomen uit het gedachtegoed en de vrijgevigheid van Piet. Zijn overlijden was onverwacht, en voor mij en ons is de MeubelBank een nalatenschap en een eerbetoon aan Piet, wat ons diep raakt.”
“Piet was een mensen mens en voelde zich sterk betrokken bij mensen die het moeilijk hadden. Het aanbieden van praktische hulp, het geven van boodschappen of geld aan iemand in zware omstandigheden kwam regelmatig voor. Zowel tijdens zijn werk met de materialen van Moving-In die hij weggaf, als in zijn privĂ©leven ook hier deelde hij gul.”
“Toen we in 2013 begonnen met Moving-In, gaf hij regelmatig spullen weg aan mensen in nood. Vooral aan degenen die moeite hadden om financieel rond te komen. Hij vond dat ze bepaalde items niet konden missen, en dus gaf hij het gewoon weg. Dat was typisch iets voor hem.”
“Een van de vele voorbeelden is wanneer hij bij het ophalen van gehuurde meubels ontdekte dat een alleenstaande moeder geen stofzuiger had. In plaats van onze stofzuiger weer in de bus te plaatsen om mee terug te nemen, zei hij: “Ach, je kunt deze wel goed gebruiken, hou maar, we hebben er nog wel een paar.”
“Het was geen probleem als dit af en toe gebeurde, maar het kwam regelmatig voor dat bepaalde items niet werden teruggebracht omdat volgens Piet de ander het harder nodig had en “wij hebben genoeg.” Wanneer hij dit aan Ruben vertelde, zei hij steevast: “Ach, we hebben toch nog wel genoeg voorraad, de Heer zegent ons als we dingen weggeven. We moeten altijd goed zijn voor anderen die hulp nodig hebben.”
“Als we terugkijken op deze momenten van delen en de vrijgevigheid die Piet zo typeerde, voelen we een enorme dankbaarheid voor het erfgoed dat hij achterliet. MeubelBank Twente, een eerbetoon aan Piet, waardoor wij nu en in de toekomst heel veel gezinnen in armoede en nood kunnen helpen.”