De absolute bijstelling van de tweede berekening ten opzichte van de eerste berekening was de afgelopen vijf jaar (2019-2023) gemiddeld 0,1 procentpunt. De twee uitersten bedroegen -0,3 en 0,7 procentpunt, allebei in 2021.
In de tweede berekening van het eerste kwartaal van 2024 is ook de onlangs doorgevoerde revisie van de nationale rekeningen verwerkt. Periodiek worden de macro-economische statistieken gereviseerd. Daarbij worden nieuwe bronnen, methoden en concepten doorgevoerd, zodat het beeld van de Nederlandse economie weer optimaal aansluit bij alle onderliggende statistieken, bronnen en internationale richtlijnen voor het samenstellen van macro-economische statistieken. De Europese Commissie heeft de aanbeveling aan lidstaten gedaan om minimaal elke vijf jaar te reviseren. Met deze revisie geeft Nederland hieraan invulling.
Bij elke nieuwe berekening van het bbp bepaalt het CBS ook opnieuw de seizoengecorrigeerde reeks van de eerder gepubliceerde kwartalen. In de nieuwe reeks is ook de revisie verwerkt. Verder is met de revisie ook de manier waarop de kwartaaltijdreeksen worden gecorrigeerd voor gebruikelijke seizoensinvloeden op een aantal punten gewijzigd. Door deze aanpassingen zijn er meer bijstellingen dan gebruikelijk.
De kwartaal-op-kwartaalgroei in het vierde kwartaal van 2023 is van 0,3 naar 0,1 procent bijgesteld, de krimp in het derde kwartaal van 2023 van 0,3 naar 0,4 procent, de krimp in het tweede kwartaal van 2023 van 0,4 naar 0,0 procent en de krimp in het eerste kwartaal van 0,4 naar 0,3 procent.
Ten opzichte van een jaar eerder kromp de economie in het eerste kwartaal met 0,6 procent. Volgens de eerste berekening was dat 0,7 procent. De opwaartse bijstelling is vooral toe te schrijven aan het handelssaldo. Het beeld veranderde niet. De daling van het handelssaldo en de investeringen droegen het meest bij aan de krimp.
In het kader van de revisie zijn alle kwartaalcijfers in de periode 1995-2024 opnieuw vastgesteld en dat leidt tot andere jaar-op-jaarmutaties.
Ook de jaarcijfers vanaf 1995 tot en met 2023 zijn na de revisie opnieuw vastgesteld. De gegevens van de gereviseerde tijdreeks zijn terug te vinden op StatLine. De economische groei in 2023 blijft 0,1 procent. De economische groei in 2022 is vastgesteld op 5,0 procent, dat was 4,3 procent bij de vorige berekening.
Volgens de tweede berekening steeg het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in het eerste kwartaal 2024 met 39 duizend ten opzichte van het vierde kwartaal van 2023. De eerste berekening kwam uit op een stijging van 42 duizend banen.
Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2023 waren er in het eerste kwartaal van 2024 volgens de tweede berekening 122 duizend banen van werknemers en zelfstandigen meer. Dat was bij de eerste berekening 117 duizend.
De banencijfers zijn bijgesteld op basis van aangevulde broninformatie.