Veel beursorganisatoren zijn in de problemen gekomen door het moeten afgelasten van vele beurzen als gevolg van de wereldwijde pandemie. Zo ook bij Deutsche Messe. Deutsche Messe is o.a de organisator van Domotex, de grootste vloerenvakbeurs van de wereld. Het voortbestaan van Deutsche Messe hing aan een zijden draadje, maar insolventie is nu afgewend. In het kader van de onderhandelingen over de verlaging van de personeelskosten bij Deutsche Messe AG hebben IG Metall (de bond met 37.000 leden voor werknemers in de metaal- en elektrotechnische industrie, de hout-, kunststof- en textielindustrie en diverse ambachtelijke bedrijven), de Ondernemingsraad en het Messebestuur in de nacht van 9 op 10 december 2020 een akkoord bereikt.
De belangrijkste punten zijn een vermindering van het personeelsbestand van 740 tot 525 werknemers in 2027, arbeidstijdverkorting in 2021, de invoering van een 30-urige werkweek vanaf 2022, de afschaffing van uitkeringen boven de collectief overeengekomen loonschaal, bezuinigingen op het managementpersoneel en een “debiteurengarantie” voor het geval de beursactiviteit zich sneller herstelt dan in het businessplan van de Raad van Bestuur was voorzien.
De personeelsinkrimping moet vooral worden bereikt door middel van natuurlijk verloop in het personeelsbestand, vrijwillige programma’s en gedeeltelijke pensioenafspraken. Daarnaast is er een omscholing gepland voor medewerkers die door hun geringe toegevoegde waarde aan het bedrijf hun baan in de toekomst zullen verliezen. ‘Ontslagen om operationele redenen’ zijn niet uitgesloten als definitieve maatregel. Voor de 525 werknemers wordt de werkgelegenheid tot eind 2030 gewaarborgd.
“Samen met IG Metall en de ondernemingsraad hebben we een resultaat bereikt dat past bij de crisissituatie en tegelijkertijd maatschappelijk aanvaardbaar is”, aldus Messebestuurslid Dr. Jochen Köckler. “Dit betekent dat aan alle voorwaarden voor de uitvoering van het concept voor de toekomst is voldaan en dat de nodige koers is uitgezet voor de garantie door onze aandeelhouders en de financiering van de onderneming”.