De 51e editie van de Chinese International Furniture Fair (CIFF) staat op punt van beginnen in Guangzhou. Van 18 tot en met 21 en van 28 tot en met 30 maart vindt deze grootste meubelbeurs van China weer plaats. De beurs heeft te maken met een branche vol uitdagingen en is vastberaden om deze het hoofd te bieden.
Want Westerlingen (en ook steeds meer Chinezen) willen steeds vaker maatwerk meubilair, vaak nog duurzaam of circulair van karakter, en tijdens de pandemiejaren heeft Europa de lokale productie herontdekt. Tel daarbij op de gestegen prijzen voor grondstoffen, het slechte imago van China als maakland, de gestegen arbeidskosten in China waardoor landen als Vietnam en Thailand meer in beeld komen, de vraag naar lokaal designtalent dat wel bereid is om in de pas te lopen met het nationale gedachtengoed en je hebt genoeg uitdagingen om meer dan tien lezingenprogramma’s mee te vullen. Was het maar weer zoals vroeger, toen men nog zonder morren kocht wat er in de winkel stond.
Maar daar laat de organisatie van de CIFF zich niet klein door krijgen. Men is blij dat de wereld weer naar Guangzhou kan komen, een stad die al duizenden jaren lang een handelsstad is (ook onder de oude Westerse naam Canton). De beurs werkt twee kanten op: buitenlanders kunnen productiecapaciteit zoeken en vinden plus de gigantische Chineze afzetmarkt verkennen. Want Europese merken, al dan niet in China geproduceerd, zijn onverminderd populair bij de nog steeds groeiende Chinese middenklasse.
De afgelopen drie jaar waren een achtbaan voor de Chinese meubelindustrie met een omzet van meer dan 477 miljard yuan (meer dan 65 miljard euro) in 2021. Vorig jaar daalde de omzet echter flink en dit jaar moet het weer omhoog. De overheid verwacht niet alleen groei van de totale economie en van de consumptie van de eigen bevolking maar ook meer investeringen door de Chinese industrie om aantrekkelijk te blijven voor zowel de eigen markt als voor de export. Het handelsverkeer komt sinds 8 januari weer op gang: geen verplichte quarantaine en een negatieve test van maximaal 48 uur voor aankomst in China volstaan om het land binnen te kunnen gaan.
In 2021 kwamen er meer dan 350.000 Chinese bezoekers op de CIFF af en voor dit jaar rekent de organisatie op ongeveer hetzelfde aantal maar mikt met name op buitenlandse inkopers als bezoekers. Tot 2020 waren er meer dan 30.000 buitenlandse bezoekers per jaar en dit aantal wordt als minimum nagestreefd voor maart. Wat de beurs naar eigen zeggen ook onmisbaar maakt is de integratie van een beurs voor thuismeubilair (de eerste paar dagen), kantoormeubilair (de week daarna) en CIFM/interzum Guangzhou, de grote toeleveranciersbeurs. In totaal zijn er 4.000 deelemers aanwezig tijdens de drie beurzen. Het derde punt van integratie, naast binen/buitenland en de drie deelgebieden, is de combinatie fysieke beurs en online platform. Bovendien worden buitenlandse bezoekers die zich op tijd aanmelden geholpen met het vinden van hoteldeals en restaurants, want de hele stad moet meeprofiteren van deze grote beurs.
Duurzaamheid, supply chain, handelsmogelijkheden, marktverkenningen, lezingen, jonge ontwerpers: het valt allemaal in detail te lezen op de site van de beurs: www.ciff.furniture