De Belgische meubelindustrie in 2022: Energiecrisis zet domper op omzet
In de meubelindustrie steeg de omzet tijdens de eerste 9 maanden van 2022 met slechts 1,2 % in waarde, na een stijging met 9,9 % in 2021. Ingevolge de stijging van de afzetprijzen met 15,2 %, daalde de omzet in volume met 14,0 %. De trend naar interieurvernieuwing, ingezet tijdens de coronapandemie, kwam ten einde met het einde van de pandemie. Bovendien deden de onzekerheid rond de oorlog in Oekraïne en de energiecrisis de consumenten de vinger op de knip houden. In vergelijking met vóór de coronapandemie lag de meubelomzet in 2022 9,3 % hoger (in waarde), maar in volume was er echter een daling met 12,3 %.
Kantoor- en winkelmeubelen is de enige productgroep binnen de meubelindustrie die tijdens de eerste 9 maanden van 2022 zowel in waarde (+25,8 %) als in volume (+3,9 %) groeide. De keukenmeubelen hielden nog redelijk stand (+8,1 % in waarde en -3,1 % in volume). Het woonmeubilair kreeg rake klappen: -15,7 % in volume bij een quasi stabiele omzet. Matrassen en bedbodems kenden evenwel een terugval met 35,8 % in waarde en 38,7 % in volume.
Consumentenvertrouwen klimt geleidelijk uit dal
Het consumentenvertrouwen bereikte in september 2022 een absoluut dieptepunt, zowel in België als in de EU. De inzinking was nog groter dan tijdens de coronacrisis. Vanaf oktober 2022 verbeterde het sentiment van de Belgische en de Europese consumenten heel geleidelijk. De Belgische consument is over het algemeen positiever gestemd dan de gemiddelde Europese consument. Maar het zal nog enige tijd vergen vooraleer het consumentenvertrouwen terug op het niveau komt waar de consumenten weer onbekommerd hun beurs zullen opentrekken.
Ondernemersvertrouwen zakt naar dieptepunt
Het ondernemersvertrouwen in de meubelindustrie steeg tegen midden 2021 tot het hoogste niveau na de coronacrisis. Sindsdien werd een daling ingezet. Tegen eind 2022 zakte het ondernemersvertrouwen tot ver onder het dieptepunt van midden 2020, in volle coronapandemie. Het was dus van hoog naar (erg) laag.
Uitvoer en invoer van meubelen dalen
De uitvoer van meubelen (incl. doorvoer) daalde tijdens de eerste 11 maanden van 2022 met 5,9 %. 89 % van de uitvoer van meubelen is bestemd voor de EU-markt, die een daling kende met 5,8 %. De leveringen aan Frankrijk, met een aandeel van 38,4 % veruit de belangrijkste exportmarkt, gingen met 3 % achteruit. Op de Nederlandse markt – met 23,9 % de tweede belangrijkste exportmarkt – en de Duitse markt – met 13,9 % de derde belangrijkste klant – gingen de leveringen net evenveel achteruit, nl. 7,8 %.
Het Verenigd Koninkrijk, de belangrijkste exportmarkt buiten de EU (aandeel 2,7 %), nam minder meubelen af (-16,4 %), na een forse toename in 2021. Op de Amerikaanse markt ‒ met een aandeel van 2,3 % de tweede belangrijkste exportmarkt buiten de EU ‒ konden meer meubelen geleverd worden: +14,5 %.
De invoer van meubelen lag 12,6 % lager, na een stijging met 30,2 in 2021. Opmerkelijk is de daling van de invoer uit China (-3,8 %). Toch blijft China met een aandeel van 27,9 % bij uitstek de belangrijkste en bijgevolg dominante leverancier van meubelen op onze markt. De invoer van meubelen uit Nederland (aandeel 14,1 %) en Duitsland (aandeel 11,9 %) daalden met respectievelijk 9,1 % en 21,6 %. Polen is de vierde belangrijkste leverancier met een aandeel van 7,9 %, maar eveneens dalend in 2022: -13,7 %.
Lagere bezettingsgraad hield investeringen niet tegen
De bezettingsgraad van de productiecapaciteit zakte van 86,5 % in 2021 naar 82,3 % in 2022, maar bleef toch boven het niveau van 2019 (81,1 %). Voor het tweede jaar op rij stegen de investeringen: +6,5 % tijdens de eerste 9 maanden van 2022.
Tewerkstelling bleef behouden
In 2022 waren 9.763 werknemers actief in de meubelindustrie. Hiermee bleef de tewerkstelling nagenoeg op het niveau van 2021.
Competitiviteitscrisis weegt op groei van de activiteit
De hoge energie- en grondstoffenprijzen, alsook de snel toenemende loonkosten wegens de voorthollende inflatie, wegen op de economische activiteit. Daarenboven heeft de energiecrisis, die nog niet volledig bezworen is, geleid tot een competitiviteitscrisis. Aan de vraagzijde zijn de consumenten nog steeds voorzichtig met uitgaven voor duurzame consumptiegoederen, zoals meubelen, en ook de bouwconjunctuur zit niet mee.