Consumenten hebben in februari, voor prijsveranderingen gecorrigeerd, 7,4 procent meer besteed aan diensten dan in februari 2022. Vorig jaar februari was er geen harde lockdown meer, maar hadden bijvoorbeeld horeca, recreatie en cultuur nog wel te maken met een aantal coronamaatregelen zoals coronatoegangsbewijzen. Bestedingen aan diensten maken ruim de helft van de totale binnenlandse consumptieve bestedingen door huishoudens uit.
In februari hebben consumenten 3,8 procent minder voedingsmiddelen, dranken en tabak gekocht. Ze hebben ook 2,0 procent minder besteed aan duurzame goederen dan in februari 2022. Huishoudens hebben vooral minder spullen voor woninginrichting en kleding aangeschaft. Ze hebben in februari 5,2 procent minder overige goederen, zoals aardgas, verbruikt. Huishoudens bezuinigden vooral op het verbruik van energie. Ze hebben echter meer motorbrandstoffen getankt. Ruim een week geleden meldde het CBS dat het verkoopvolume van de detailhandel in februari 2,9 procent kleiner was dan in februari 2022. Het volume van de non-foodsector lag 3,3 procent lager, terwijl dat van de foodsector met 4,2 procent kromp. Deze cijfers zijn ook gecorrigeerd voor de samenstelling van koopdagen.
Het CBS publiceert elke maand ook over de omstandigheden voor de consumptie in de consumptieradar. De consumptie door huishoudens hangt onder meer samen met de verwachtingen van consumenten, de situatie op de arbeidsmarkt en de ontwikkeling van hun vermogen. De indicatoren in de radar hangen goed samen met de consumptie door huishoudens, maar een verbetering van de omstandigheden betekent niet per se een hogere groei van de consumptie.
Volgens de consumptieradar waren de omstandigheden voor de consumptie in maart ongeveer even gunstig als in februari. De stijging van de beurskoersen ten opzichte van een jaar eerder was groter. Verder waren consumenten minder negatief over hun financiële toekomst en positiever over de toekomstige ontwikkeling van de werkloosheid. Daarentegen sloeg de prijsstijging jaar op jaar van bestaande koopwoningen om in een prijsdaling. De stijging van de werkzame beroepsbevolking was iets kleiner dan in de voorgaande maand en ondernemers in de industrie waren wat minder positief over de toekomstige ontwikkeling van de werkgelegenheid in hun bedrijf.