Fedustria heeft via een persbericht aan de bel getrokken bij de Vlaamse overheid. De federatie van meubel- en textielproducenten hoopt op verruiming en bijsturing van de energiesteun die de Vlaamse overheid heeft aangekondigd en die nu, volgens Fedustria en de andere ondertekenaars, zijn doel voorbijschiet.
Amper 107 bedrijven hebben tot op heden voor een totaalbedrag van 3,2 miljoen euro een aanvraag ingediend voor de Vlaamse energiesteun. Dat blijkt uit de meest recente cijfers die Vlaams minister van Economie Jo Brouns onlangs bekendmaakte in het Vlaams Parlement. De aanvraagperiode loopt nog tot maandag 16 januari 2023.
De Vlaamse energiesteun werd in het leven geroepen om bedrijven te ondersteunen die hun energiekosten drastisch zagen stijgen, maar nu blijkt dat de maatregel zijn doel voorbijschiet door de te strenge toepassingsvoorwaarden. Eerder al waarschuwden de verschillende Vlaamse werkgeversorganisaties dat veel bedrijven uit de boot dreigden te vallen door de strikte voorwaarden en cumulbepalingen die de Vlaamse regering heeft opgesteld. Bovendien wordt de Vlaamse industrie geconfronteerd met een ongelijk Europees speelveld nu onze buurlanden en belangrijkste handelspartners Duitsland en Frankrijk een zeer fors ondersteuningsbeleid voeren en maximaal gebruik maken van het Europees staatssteunkader.
Agoria Vlaanderen, essenscia, Fedustria, Fevia Vlaanderen en Voka roepen daarom op om de voorwaarden te evalueren en de maatregel bij te sturen. “Het is positief dat Vlaanderen werk gemaakt heeft van een steunkader, maar nu blijkt dat er slechts weinig bedrijven hierop een beroep doen, is het tijd om bij te sturen. Voor ons is het belangrijk dat de steun zo nauw mogelijk aansluit bij zowel het Europese steunkader als bij de noden van industriële bedrijven die het meest lijden onder de energiecrisis,” stellen de Vlaamse werkgeversorganisaties. In november vorig jaar verlengde en verbreedde de Europese Unie de tijdelijke steunmaatregelen in het kader van de energiecrisis, het zogenaamde Temporary Crisis Framework (TCF). Op dit moment is de implementatie in Vlaanderen echter veel restrictiever dan wat het Europese kader toelaat, zowel in de hoogte en percentages van de steunbedragen als wat de criteria betreft waaraan voldaan moet worden. Daarom vragen de industrie- en werkgeversfederaties dat de Vlaamse energiesteun voldoende oog heeft voor de internationale concurrentiepositie van de industrie in Vlaanderen.
“Concreet vragen we daarom om de hoogte en het percentage van de steun voor bedrijven te aligneren met de Europese modaliteiten. De Vlaamse steunmaatregel moet ook maximaal aansluiten bij de Europese versoepeling van de vereisten inzake operationeel verlies (ebitda). Enkel zo kunnen we in Vlaanderen een gelijk speelveld creëren. Vlaanderen moet haar steunkader maximaal aligneren op het aangepaste Europese Temporary Crisis Framework,” klinkt het. Verder herhalen de werkgeversorganisaties ook de oproep om te zorgen voor gerichte maatregelen. “Het spreekt voor zich dat een bijsturing van deze maatregel gericht moet zijn, en bedrijven ten goede moet komen wiens concurrentiepositie omwille van de hoge energieprijzen, maar ook de sterk gestegen grondstofprijzen en loonkosten, zwaar onder druk staat,” besluiten ze.