Een droom die is uitgekomen
Als een van de zakelijk leiders van Sit Design en als medeorganisator van Meubelhart Beusichem spreekt Samien Blaauwendraad graag en enthousiast over meubelen en het prikkelen van bezoekers om in september weer naar Beusichem te komen. Maar wanneer het over haarzelf gaat is zij liever terughoudend: “Ik hoef niet zo nodig in de spotlights te staan. Het gaat uiteindelijk om een goed bezocht evenement en om het maken van afspraken van exposanten en bezoekers voor het komende najaar en de winter.” Maar voor één keer maakt Samien een uitzondering en vertelt ze iets meer over haar drijfveren en ervaringen in de meubelbranche tot nu toe: “Ik vaar nu mijn eigen koers en voel me daar goed bij.”
Voorjaarseditie
Samien Blaauwendraad: “Ik kan niet echt namens andere bedrijven spreken, maar mijn indruk was dat het een goede editie was. Het waren leuke dagen. Namens Sit Design kan ik zeggen dat het een goede beurs was:
winkels wilden beduidend meer inkopen dan vorig jaar. Onze nieuwe modellen sloegen goed aan. Op aanvraag van onze vertegenwoordigers hadden we voor het eerst een zogenaamd comfort model ontwikkeld, daar was vraag naar vanuit de markt zeiden ze. Tot mijn verbazing was dit het best verkochte model tijdens de dagen. De comfortmarkt is toch interessanter voor ons dan ik had verwacht. Ik moet dus nog beter luisteren naar hun signalen, haha!”
Oliebollen
“Een collectie die iets meer uit onze comfort zone treedt. Dan bedoel ik niet letterlijk comfort, want zitcomfort staat bij ons altijd centraal, maar het wordt iets anders dan dat men van ons gewend is. Het zijn iets slankere meubelen geworden dan voorheen. Het Sit uit onze naam zat al goed, nu doen we iets meer met het woord Design. Het wordt iets spannender om naar te kijken. We gebruiken andere stoffen, de modellering is iets moderner. Omdat ik denk dat je moet meebewegen met de markt. Die grote oliebollen bankstellen gevuld met veel lucht zijn echt niet meer van deze tijd.”
Wat voor stoffen hebben jullie toegepast?
“Er zit voor iedereen iets tussen. Nog steeds veel velours, want daar blijft veel vraag naar, maar ook stoffen met een grovere structuur. Natuurlijk ook platweefsels en microvezels, maar het wordt iets gevarieerder. Wat de kleuren betreft, toen ik begon in het bedrijf was alles cognac en daarna groen. Heel eenvormig. Ik ben iets meer gaan stoeien met de keuren en voor de nieuwe collectie is er een grotere verscheidenheid aan kleuren, uiteraard ook cognac en groen… Het gaat er om dat kleuren mooi met elkaar combineren. Dat je mooie kleurcontrasten kunt maken tussen een bank, een fauteuil of een poef en de kussens die er op liggen. Dat is wat mensen graag thuis hebben.”
Veiligheid
“De focus van het evenement ligt uiteraard op veiligheid van de deelnemers en de bezoekers. Dus hebben we goede paden met een vaste looprichting bedacht en is er overal de mogelijkheid tot desinfecteren. Gelukkig beschikken we over grote ruimten zodat iedereen voldoende afstand tot elkaar kan houden. Alle deelnemers
frissen hun stand weer op, ik ga dit jaar niet op vakantie en zal de verfemmer en kwast zeker oppakken om mijn steentje bij te dragen aan onze ruimte!”
Hebben jullie nieuwe deelnemers mogen begroeten?
“We hebben twee nieuwe merken: Kler uit Polen en het Belgische merk Idea Furniture. Deze worden in ons land vertegenwoordigd door agent Rutger Bongers. Hij staat met deze collecties in de ruimte van ons voormalige kantoor, dus na de hoofdingang naar links, de volgende hal door en dan weer naar links. DS Meubel en Young Line Furniture doen deze editie niet mee. Maar er zijn dus mooie vervangers!”
Magisch
“Het was wel duidelijk vanaf het begin dat mijn hart bij meubelen ligt. Als klein meisje wilde ik al meubelen verzinnen en maken, tekende vaak meubelen en liep vaak rond in de fabriek die we toen nog hier hadden. Toen ik na mijn studie in het bedrijf begon was ik aanvankelijk teleurgesteld: het was een stuk minder magisch dan ik had verwacht! Maar inmiddels is die teleurstelling voorbij; ik ben hier heel gelukkig. Het gaat ook goed met het bedrijf en dat helpt natuurlijk ook, haha!”
Modelontwikkeling
“Dat ik mijn creativiteit van destijds er nog altijd in kwijt kan, zij het aangepast aan wat onze klanten kunnen verkopen. Ik vind het heerlijk om me te verdiepen in alle technische aspecten van een meubel: de romp, de vering, het schuim, de stoffen, de kleuren, de modellering. Ik doe graag mee met het MO team. Dat staat voor Modelontwikkeling en stamt uit de tijd toen we hier nog produceerden. Inmiddels bestaat het team uit een modellenmaker, een stikster een rompenmaker en ik als leidinggevende. Met z’n vieren verzinnen we de nieuwe collecties. Waarbij iedere expertise even zwaar meetelt, dus we doen het echt als team samen. Dat is heel gaaf. En voor de iets meer gedurfde modellen werken we samen met een ontwerper, hij inspireert ons om soms iets meer out of the box te denken.”
Hoe is het om een jonge vrouw te zijn in deze mannenwereld?
“Ik sta er niet echt bij stil dat ik een vrouw ben, maar af en toe merk ik het aan de manier waarop mensen op
mij reageren. Ik ben jong, ik ben een vrouw en ik ben de dochter van een bekende uit het wereldje. Dat zorgt
er wel eens voor dat ik voel dat men me niet altijd even serieus neemt. Moeten we echt naar dit meisje luisteren? Ja, dus. Het is een echte mannenwereld met nogal wat vooroordelen over vrouwen. Omdat ik in Amsterdam heb gestudeerd waar je deze houding nauwelijks tegenkomt was het wel even wennen in het begin van mijn loopbaan hier. Op zich is het ook gek dat er zo weinig vrouwen op leidinggevende posities zitten in deze branche, want meubelen worden vooral door vrouwen uitgekozen. Mannen vinden het vaak wel best wat hun vrouwen kopen. Dus mannen verzinnen wat vrouwen willen kopen, best vreemd toch? Wanneer ik een andere vrouw op mijn niveau tegenkom is er meteen een klik, een blik van herkenning en solidariteit: jij houdt je ook staande tussen al die haantjes, goed zo! Overigens een grappig detail: mijn vader en ik zijn allebei niet zo lang, dus hij kon altijd prima proef zitten voor een vrouw. Hij wist meteen of het
goed zat.”
Eigen koers
“Ik heb vanaf het begin gezegd: ik vaar mijn eigen koers. En dat vond hij niet altijd goed. Ik word dit jaar 26 jaar, hij wordt 79. Daar zitten bijna twee generaties tussen. Ik kijk anders naar de wereld dan hij, dat is ook logisch. Mijn broer Sanco en ik zijn het heel vaak met elkaar eens, maar wij liggen dicht bij elkaar wat betreft leeftijd, ervaring en belevingswereld. Natuurlijk vragen we onze vader wel eens wat hij vindt van wat we nu maken. Dan zegt hij: het is veel te mooi! Het wordt zo veel te duur! Veel geven voor weinig! Dat was altijd zijn motto. Toen hij nog actief was zat hij ook in het MO team, dus was het touwtrekken tussen ons: die kant op, nee, de andere kant op. Het was bijna een wedstrijd: wie ging er winnen? Dat is nu niet meer zo. Met mijn broer is dat heel anders, we hebben de taken goed verdeeld en zitten niet in elkaars vaarwater. Ik het creatieve en hij het rekenwerk. Dat werkt heel prettig.”
Je bent echt opgegroeid tussen meubelen. Kan je zelf nog genieten van een mooi, nieuw meubel?
“Haha, nee, eigenlijk niet. Ik kijk altijd met het zakelijke, commerciële oog naar een meubel, of het nu van ons is of niet. Wanneer ik een nieuw meubel zie denk ik meteen: hoe hebben ze dit gemaakt? Hoe zit het in elkaar? Wat hebben ze gebruikt? Wat heeft het gekost om het te maken? Echt voor de lol, puur esthetisch naar een nieuw meubel kijken kan ik eigenlijk niet meer. Soms zie ik wel eens een stof of een vorm bij een ander merk dat ik denk: wow, dat zouden wij eens moeten maken. Maar na een paar seconden weet ik: nee, past niet bij ons, klaar, en door. Gelukkig blijft er nog voldoende over om wel van te genieten. Van al langer bestaande modellen, bedoel ik.”
Heeft Sit Design in jouw ogen een eigen handtekening als merk?
“Vroeger was er het Sit Design sausje, uit de tijd van mijn vader. Wat ik al zei: veel geven voor weinig. Dat gaat niet altijd meer op, mensen zijn kritischer geworden op de meubelen die ze kopen. Zitcomfort zit, zoals gezegd, voor een deel in onze bedrijfsnaam en volledig in ons DNA als merk. Wat betreft de styling bewegen we mee met de markt, we zijn geen pioniers op designgebied. Dus een echte handtekening is er niet, maar wel een goede naam die we moeten blijven waarmaken.”
Pensioen
“Ik kan dit heel lang volhouden, ik heb hetzelfde gestel als mijn vader. Maar ik wil niet zo lang doorgaan als dat hij is doorgegaan. Tot mijn pensioen, als mijn gezondheid het toelaat, wil ik dit werk hier heel graag
blijven doen. Maar er is meer dan werken alleen in het leven, dat weet ik heel goed.”
Tot slot, een beetje een open deur, heb je thuis ook Sit Design meubelen staan?
“Hahaha! Uiteraard! Het zou vreemd zijn wanneer ik meubelen van een ander merk zou kopen! Plus: als er iets mis is met het meubel kan ik meteen actie ondernemen. Dat komt gelukkig nooit voor.”